maandag 25 maart 2013

Kaap Hoorn vaarders



Het is donderdag 14 maart 2013 en om 07.00 uur gaan we ankerop vanuit Caleta Martial. Het is ongeveer 12 mijl naar Cabo de Hornos en het weer ziet er veelbelovend uit. We genieten van een mooie zonsopgang, het zonnetje piept tussen de laatste donkere luchten van de nacht door. Op motor varen we Zuid, want de wind is nog niet wakker.

We hebben het geluk dat het fantastisch weer is, een stralende blauwe lucht en een licht windje om te kunnen zeilen. Onvoorstelbaar mooi. De luchtdruk was ongekend hoog met 1028 mb en echt...geen vuiltje aan de lucht. We zeilen samen met onze Zwitserse vrienden om de Hoorn en wel van Oost naar West en daarmee gaat er een bijzondere wens in vervulling. De eeuwige roem! We behoren nu tot de club van bijzondere zeevaarders als van Schouten en Abel Tasman.

Dat is nog niet alles. Het moeilijkste komt nog. We zijn nog aan land geweest ook. Ondanks de hoge swell, want die staat hier altijd, hebben we het gered aan land te komen. Er is een plek waar enigszins beschutting is, Calleta Leon. Op papier lijkt het nog wat maar in werkelijkheid….. ankeren.…daar… je zou al gauw bij de club van gestrande schepen horen.

Er is een heel klein hoekje waar de Armada een baan door het kelp heeft gesneden. Daar is ook een soort rotsstrandje en een trap tegen de kliffen gebouwd. Die trap loopt dan direct steil omhoog naar de vuurtoren en de Kaap Hoorn monumenten.

Trees en Casper houden de boten in bedwang, want ankeren is onmogelijk, en Dominique en ik wagen het om aan land te gaan. In volle zee zet ik de rubberboot overboord. SantanA gaat behoorlijk tekeer en timing is essentieel. Gewapend met fototoestel, cadeautjes en paspoorten, verpakt in een waterdichte tas, spring ik in de bijboot en ga op weg naar de Klepper om Dominique op te halen. Alles gaat goed en samen varen we naar het strandje.

Op zee, met zeker golven van twee meter, die vlakbij stuk slaan op de rotsen in zo´n klein rubberbootje, voelt heel bedreigend. Met het motortje banen we ons een weg tussen het kelp door en om ons heen spat het water omhoog. We zijn nu voor het rotsstrandje, brekers,… allemaal brekers............We overleggen snel wat de beste plek is en gaan ervoor. Timing is moeilijk, je kunt de golven niet zien aankomen. Je zit erop en met zo´n golf spoelen we aan land. Tenminste ...bijna.

Nog voor Dominique er uit kan stappen en ik de motor omhoog kan trekken worden we met geweld terug gezogen in zee. Zij valt uit de boot en ligt languit op het strand, in een houding alsof ze Allah aanbidt, half in het water en houdt het touw uit alle macht vast. Het water is even snel weer weg als dat het ons aan land spoelde en hierdoor worden we achterwaarts getrokken, komt de schroef op de stenen en breekt in stukken. Tegelijk worden we opnieuw op de kant gesmeten en ik kan ook uitstappen. Er staat nog een meter water, maar dat geeft niet, we zijn aan land. Het zijn seconden, maar het lijkt veel langer. De boot wordt omhoog getrokken en met twee touwen vastgezet. We zijn er !!!

Terug wordt nog lastig, dan moeten we roeien. Motortje doet het niet meer. Ik giet mijn laarzen leeg en we gaan eerst omhoog. We zijn op De Kaap der Kapen!


De man van de Armada wacht ons op en geeft ons een rondleiding langs de monumenten. We krijgen stempels in onze paspoorten en de eeuwige roem. We bezoeken het houten kapelletje, beklimmen de vuurtoren uit 1902 en Dominique hangt daar haar “monument” op. Het monument met de Albatros maakt toch wel de meeste indruk. Een roofvogel hangt meters boven ons hoofd, alsof hij ons welkom heet. Vanaf dit monument kijk je over beide oceanen. We zien zowel de Atlantic als de Pacific, alleen water, maar wat een gevoel, we worden er stil van. Het is onze wens, onze mijlpaal, het is 14 maart 2013, een moment om nooit meer te vergeten.


De terugweg verloopt niet zo dramatisch, maar wel veel zwaarder. Nu kunnen we vanaf het strand de golven zien aankomen en timen wanneer er een moment van rust is. We wachten nogmaals drie grote golven af en rennen met boot de zee in. Ik spring er als eerste in en begin als een gek te roeien. Dominique is er ook in en samen roeien we van de branding weg, de oceaan op. Het is zwaar roeien, tegen de golven en de wind in. Steeds zitten de peddels vast in het kelp. Ik weet niet meer hoelang we geroeid hebben, maar Casper komt ons gelukkig met de Klepper halen. Hij vaart nu heel dicht onder de kust en vist ons op. Eerst houden we ons vast aan de Klepper, zodat we afstand krijgen van die grote rotsen. Hij sleept ons mee. Ondertussen is Trees met de SantanA achter ons gekomen en kan mij opvissen, doet een beetje denken aan een Man over Boord actie. Ik word aan lijzijde opgevist. Snel alles weer aan dek en hiermee eindigt het avontuur `landen op Kaap Hoorn`.

De koers wordt gezet, zeilen gehesen en klaarmaken voor de foto´s. We zeilen in westelijke richting met een staalblauwe lucht, werkelijk geen wolkje te bekennen en nu maar eerst eens wat droge kleren aantrekken. Lang zit ik nog na te bibberen, maar niet van de kou, maar van opwinding. Dat was wat zeg!

De Hoorn aan stuurboord, eigenlijk is het zomaar een rots. De rots der verschrikking, de kaap der kapen of gewoon “de Hoorn ”. De kaap die bij elke zeiler respect afdwingt. Alle fototoestellen zijn in aanslag en nog nooit heb ik van zo’n kale rots zoveel foto’s gemaakt. Langzaam schuift Kaap Hoorn voorbij. Het monument met de albatros is mijlenver te zien. Het staat voor alle zeelieden die in de afgelopen eeuwen hun strijd tegen de elementen verloren en hier aan het eind van de wereld hun rustpunt vonden.

Wij hebben een mijlpaal bereikt. We hebben Kaap Hoorn, de beruchte en gevreesde Kaap Hoorn, gerond. Niet zomaar, maar van oost naar west. Dit is tegen de heersende winden en stromen in.


 “We did it”

Als we terug zijn in Puerto Williams zullen we onze gehavende Nederlandse vlag achterlaten op de Micalvi. Dit is een traditie voor alle Kaap Hoorn vaarders.

foto- 1 vroeg op weg, foto- 2 veel swell bij de landingsplaats, foto- 3 de landingsplaats, foto- 4 onze landingsplaats, foto- 5 monument met bewakers, foto- 6 yes!, foto- 7 samen met Dominique, foto- 8 het Albatros monument, foto- 9 de Hoorn aan stuurboord, foto-10 Santana langs kaap Hoorn, foto-11 we did it!, foto- 12 we zeilen ook nog ff van west naar oost, foto-13 wat een omgeving, foto- 14 onze vlag met ervaring, foto-15 de route, foto-16 champagne.
 

Puerto Williams en Cabo de Hornos

  
  
  

Onze aankomst in de haven is hartelijk. De baas, Alejandro een ex marine-officier pakt onze lijnen aan. Tegelijk geeft hij een korte uitleg van de Micalvi. Dit was een oud transportschip tussen de zuidelijke Chileense dorpen. In 1976 was het schip rijp voor de sloop en door een tip van een Franse zeezeiler heeft de Armada het schip laten zinken in wat nu de jachthaven is. Nu wordt de Micalvi gebruikt als aanlegsteiger en als de zuidelijkste kroeg. Die kroeg is onder de zeezeiler wereldbekend, gezellig en lekker warm. Wij beleven daar een aantal gezellige avonden en kleppen met alle soorten zeezeilers.

De haven wordt ook aangedaan door de vele charterschepen die richting Antarctica en Horno gaan. Op elk schip zijn wel 8 passagiers en omdat de haven klein is liggen we wel met 5 schepen naast elkaar en zo is het een drukte van jewelste. Dit houdt in, dat als je zoals wij aan de binnenkant liggen, hele horden mensen over je dek klauteren. Deze zijn meestal al wat ouder en vol in de kleren en regenpakken en zo verloopt dat klimmen niet zo soepel. De gehele dag wordt er dan ook over je dek gerommeld en maakt het onrustig.

Puerto Williams is eigenlijk een legerdorp; van hieruit wordt het land verdedigd; de originele bewoners, de Yamana’s, zijn naar de achtergrond verdreven. Zij wonen nu in kleine houten huisjes aan de rand van het dorp. Het gehele dorp staat in het teken en beheer van het leger. Zij bepalen wat er wel en niet mag en zo mogen wij onze inkopen alleen bij de kleine houten winkeltjes van de inheemse bevolking doen. Toch lopen we een wat grotere super van het leger binnen. We mogen alleen kijken en met de handjes op de rug. Zo te zien ligt er hier niet veel meer te koop en verlaten we lachend het pand.

Het weer blijft voorbeeldig, zelfs rondom kaap Hoorn is het relatief rustig. Het blijft er voorlopig ook nog rustig en dat brengt ons op andere gedachten. Het is nu een goede gelegenheid om de kaap der kapen te ronden, een uitgesproken kans. We overleggen met onze vrienden Casper en Dominiek en binnen een half uur is ons plan gewijzigd. Kaap Hoorn…. We komen eraan!

Voor vertrek eerst een zarpa halen, een vergunning en dan mogen we gaan. De Armada geeft precies aan waar we mogen varen en wij moeten aangeven wanneer we aankomen en vertrekken. Ja in het oorlogsgebied gaat alles volgens voorschrift en is er voor eigen initiatief geen ruimte. Zo vragen we onderweg een ankerplek bij Tres Mares aan. Zonder dringende reden afgewezen.

Bij elk eiland worden we opgeroepen voor steeds weer dezelfde vragen. Het liefst zouden ze een bewaker bij je aan boord plaatsen. Alles in naam van de veiligheid? Dan te bedenken dat het alleen maar onbewoonde rotseilanden zijn.

De beesten….die zijn vrij om te gaan. Net als bij de Berlijnse muur vliegen de vogels van oost naar west.

Op weg naar Horno is de eerste plek waar we op beter weer moeten wachten Calleta Banner. We krijgen een krachtige oostenwind. Oostenwind komt zelden voor zegt men. Ondertussen hebben wij de afgelopen weken meer oostenwind gehad dan andere wind. In ieder geval zijn alle toegestane ankerplekken naar Kaap Hoorn onbeschermd voor oostenwind en zijn zelfs gevaarlijk. Alleen Calleta Banner biedt uitkomst. De baai, geheel omgeven door eilanden met bossen is mooi. Gezamenlijk stoken we een groot vuur op het strand en bbq op de kooltjes. Het is gezellig en genieten we weer van de avond.
De eilandjes zijn begroeid met bossen. Aan de buitenkant worstelen de bomen met overleven in de sterke gewelddadige westenwinden, maar naar binnen staan er toch grote bomen. Het zijn allemaal oer- bossen, alles groeit door elkaar, overal liggen omgevallen bomen, weer overwoekerd door mossen en andere struiken. Je loopt hier niet zomaar doorheen, het is een doorlopende klimpartij. Dit soort bossen kennen we in Europa niet zo. Zelfs in het bos is het ruig.

Het is nog pikkedonker wanneer Trees de lijnen aan land losmaakt, ik haal het anker binnen en in de eerste schemering varen we heel voorzichtig tussen rotsen en grote kelpvelden door de baai uit. Het is nog steeds oostenwind en hiermee kunnen we mooi naar de volgende bestemming varen. Dat wordt Calleta Middle, dat nog iets van bescherming biedt tegen de oostelijke deining. Het waait harder dan gedacht en hierdoor zijn we er veel vroeger. Onderweg varen we tussen de eilanden van Terhalten door in de hoop iets van de Macaroni pinguïns te zien. Tenminste dat zij men. Het waait te hard, en er loopt een hoge deining en zo durven we niet te dicht bij de rotsen te komen. Ik maak wel foto’s maar het is niet te zien wat voor soort vogels het zijn. Jammer.

Calleta Middle biedt gelukkig meer uitkomst dan gehoopt en kunnen we enigszins in de luwte van de rotsen ankeren. De deining blijft echter wel een kleine twee meter en als de wind draait gaan we redelijk tekeer. Je moet er wel wat voor over hebben.

Weer vroeg op. Op weg naar Calleta Martial. De wind is ondertussen naar het zuidoosten gedraaid. Deze ankerplek is voor zuid wind goed beschermd, dat scheelt weer. We wachten een dag omdat morgen donderdag 14 maart er minder wind zou staan en zo de kans vergroot om aan land te gaan.

Landen op Kaap Hoorn………………

foto-1 Micalvi jacht club, foto-2 gemiddeld straatbeeld in Puerto Willams, foto-3 het is nog steeds zomer, foto-4 op weg naar Horno, foto-5 alles is hier kaal, foto-6 niet zo warm meer

zondag 24 maart 2013

Ushuaia, toen en nu

   

Ushuaia, de zuidelijkste stad van de wereld, voor de wereldzeiler een exotische bestemming, voor velen te ver en te koud, voor anderen de ultieme bestemming. De weg naar het zuiden is lang en moeilijk. Havens onderweg zijn werkelijk ontoegankelijk door het enorme verval van de oceaan en door de zeer sterke getijstromen die daardoor ontstaan. Het weer speelt daarbij een grote rol, het is gewoon heftig en vele zeilers worstelen zich een weg omlaag naar Ushuaia, de droombestemming.

Onze aankomst gaf ons veel voldoening. We zijn er en zonder kleerscheuren. Wij hadden zelfs een fantastische reis, mede door het uitermate mooie weer. Wij hadden geluk en zo kregen we kans meer te zien van de Argentijnse kust en dat bleek een hoogtepunt.

Nu we in Ushuaia zijn aangekomen verwachten we dat zelfde beeld, maar de tijd is voortgeschreden. De stad is sterk gegroeid en er niet mooier op geworden. De omgeving met de ruige besneeuwde bergen is nog steeds zoals het was. De stad, die nu meer dan 100.000 inwoners telt, heeft zich ten gevolge van de toeristenboom, ontwikkeld. Nu kijken we tegen een grote containerwand aan, piepen de heftrucks 24 uur per dag en is het een komen en gaan van de grootste passagiersschepen van de wereld. Er zijn dagen dat er zes van deze reuzen tegelijk voor de stad liggen. Het oude stadsgedeelte is dan ook getransformeerd voor massatoerisme. Jammer genoeg heeft er een soort wildbouw plaats gevonden. Zo staan er vakwerk- huizen, andere zijn gewoon van lelijk beton, en weer andere doen Scandinavisch aan en zo staat er van alles wat. Soms verscholen tussen het beton staat er nog wat origineels. Niet zo groot, laag en gemaakt van golfplaatwerk …..een origineel gebouwtje.

Natuurlijk snappen wij ook wel dat de tijd niet stil blijft staan, maar we missen, zoals overal in Argentinië, een eenvoudig beleid. Het zou volgens mij mooier geweest zijn wanneer het centrum in een eigen stijl gebouwd was. Het liefst in de stijl van vroeger, dus met golfplaten. Net als in andere steden, die aan prachtige baaien of rivieren liggen, hebben ze ook hier een snelweg aangelegd tussen het oude centrum en het water en daarmee wordt de stad eigenlijk in tweeën gedeeld. Ik vind dat jammer, het had zoveel mooier kunnen zijn. Nu hebben al die duizenden toeristen hier in de stad niets meer te zoeken. Buiten de winkels met souvenirs, chocolade en Goretex valt er weinig te beleven. Gelukkig komen we daar niet voor.
Wel voor de Mighty Beagel Channel, de eilandjes met pinguïns, zeeleeuwen en duizenden en duizenden reuze albatrossen, cormorans, sterntjes, wilson stormvogeltjes, zwarte wenkbrauw- albatrossen, skua’s en ostero’s. De natuur is ruig en blijft prachtig.

Het organisatietalent van de Argentijn is niet zo groot. Zo wachten we al twee weken op diesel. Alle tankstations hebben geen euro diesel meer en ze weten ook niet wanneer er nieuwe komt. Handig. Later blijkt dat er in Puerto Williams (Chili) ook niets is maar daar weten ze wel wanneer er nieuwe komt. Over een paar daagjes, gelukkig hebben we nog 900 liter aan boord. 

We klaren uit in Argentinië. Hup naar de Prefectura voor het papierwerk. Op zich zelf gaat dat wel goed en niet al te moeilijk, wel moeten we tekenen dat we geen betalende passagiers meenemen en dat we niet naar de Malvina’s gaan. De overheid houdt haar onderdanen nog steeds voor dat de Falkland eilanden nog steeds Argentijns grondgebied zijn. Ze hebben boter op hun hoofd, het is toch echt Brits grondgebied en daarom mogen we er niet zomaar heen. Het klopt van geen kant.

De Chilenen zijn al niet veel beter. Zij investeren miljoenen pesos in de ontwikkeling van het toerisme in Puerto Williams. Hier wordt de zeezeiler vriendelijk ontvangen en bijna in de watten gelegd. Aan de andere kant mag de zeezeiler bijna nergens ankeren, moet hij precies aangeven waar en wanneer hij ergens is. Van alle kanten wordt hij door de Armada opgeroepen, wie je bent waar je heen gaat enzovoort. Vrijheid is hier ver te zoeken.

We worstelen ook hoe we hiermee om moeten gaan. Als je eerlijk bent mag je niets. Voor een rondje kaap Hoorn heb je slechts vijf ankerplekken en dat is niets teveel. De Argentijnen doen dat beter, daar mag je overal ankeren, als je het maar zegt waar je dat doet.

Het is een soort spel en we moeten meespelen. Op de laatste dag van onze permit verlaten we Argentinië. Het is buitengewoon prachtig weer. Zon, blauwe luchten, twintig graden, weinig wind en weer uit het oosten. Deels dobberend , deels motorrend varen we over de Beagle naar Puerto Williams. Weer zo’n prachtige tocht met al die vogels, zeeleeuwen, dolfijnen en pinguïns. Op de achtergrond de besneeuwde bergen. De natuur is hier geweldig en we genieten.

foto-1 uitzicht op Ushuaia, foto-2 heel veel passagiersschepen, foto-3 aalscholvers, foto-4 heel veel (poepende) sterntjes, foto-5 biefstuk aan de drooglijn, foto-6 zeeleeuwen hebben het hier goed, foto-7 vuurtoren van Les Eclaireurs