donderdag 18 april 2013

Caleta Olla, water, sneeuw en modder

    
 
  
  
  
  
  
  
  
 

Vanuit Puerto Williams, waar we een uitgebreide permit hebben gekregen voor de Gletsjertocht, vertrekken we naar Caleta Olla (-54.941718,-69.148835). Het ligt op de kruising van Brazo Noroeste en Brazo Sudoeste. Er is voor het weekend veel wind voorspeld en daarom blijven we in Olla liggen. Het ligt hier goed beschermd voor de harde westelijke winden en verder kun je hier goed wandelen staat er in onze Blue Bible, naar Ventisquero Holanda en Italia en een "strandwandeling" naar het lichtbaken.

De tocht naar Italia Gletsjer is allesbehalve makkelijk. De vorige nacht heeft het flink geregend en zodoende is er water in overvloed. Het zogenaamde pad is een grote blubberpartij geworden. Regelmatig zak je weg in het sompige mos of heb je blubber tot aan het randje van je laarzen. Geen pad voor hoge hakjes. We houden de rivier aan als wegwijzer, gaan gewoon op het geluid af. Sommige stukken zijn zo steil dat je met handen en voeten omhoog klimt en je vast grijpt aan elk struikje en boompje in je nabijheid. Ik (Jan) zeg "het is een uitdaging" en Trees zegt, dat een varken meer plezier aan deze route zou hebben dan zij. Ondertussen zijn we terecht gekomen bij een andere morene op een hoger niveau en hier blijft meer water staan; dit ten gevolge van de bevers.
Zuid-Chili wordt aardig bevolkt door bevers, het zijn er ondertussen te veel (een plaag) en er mag dan ook op hun worden gejaagd. Zij knagen hier hele bossen om voor behuizing en dammen. Regelmatig is ons spoor verdwenen en zoeken we ons suf. Er zijn vele sporen, maar die blijken van de bever te zijn en leiden naar hun "werkgebied". Na wat dwalen tussen de struiken en boompjes door, belanden we plotseling op een plek die er wel heel vreemd uitziet. Alles is kaal, overal afgeknaagde bomen, de grond is grijs en zanderig en er groeit verder niets. Wel ligt er een beverdam aan onze voeten van wel een meter hoog en zijn we de weg nog steeds kwijt. Overal zien we beverholen en het beverhuis staat droog en dat is toch heel vreemd, want de holen hebben de ingang toch onderwater?
Op de terugweg gaat er een lampje branden. Door de hevige regenval van de laatste nacht heeft de dam het begeven en is de poel in één keer leeggelopen. Dat verklaart ook het platgeslagen riet verder stroomafwaarts. Zouden ze de architect al ter verantwoording hebben geroepen? Eindelijk vinden we de trail terug, die voert ons naar de volgende poel. Hier staat alles nog onder water met het beverhuis in het midden. Ha... hier zien we de boosdoener aan het werk. Ik kan nog net een plaatje van meneer Castor schieten en dan duikt hij z'n huis in en is verdwenen.

Trees heeft ondertussen echt genoeg van het geworstel door het woud, maar ze hoeft niet ver meer, want we zijn we bij het eindpunt aangekomen, de stuwwal en daarachter het meer en dan de gletsjer. Ik klim de laatste 50 meter omhoog over de steile gladde rotsen. Er is weinig houvast, maar alles gaat goed. Boven aangekomen kijk ik over het meer. Wat een anticlimax... De gletsjer stelt niets voor, het meer is leeg (geen brokken ijs) en het uitzicht is niet wat ik had verwacht.... een fotootje en terug maar weer. Oké, we gaan terug en weer door die beverjungle, door en langs en over de struiken. Op handen en voeten laten we ons langs de modderige hellingen afzakken. Met een mooi uitzicht eten we onze laatste broodjes op en nuttigen thee. Dik vier uur later zijn we terug in onze baai en kijken we terug op een natte en modderige tocht. Dat hebben we maar weer gedaan en Trees heeft d'r goeie humeur weer terug.

De wandeling naar de Holland Gletsjer, is veel mooier en ook iets gemakkelijker. Deze gletsjer loopt verder naar beneden en tussen de donkere bergen geeft het ijs bijna licht, zo fel springt het blauwe ijs eruit. Samen met de verse sneeuw is het geheel oogverblindend, letterlijk en figuurlijk. Na een lange tocht door nog steeds natte velden, klimmend over rotsen en omgevallen bomen, worstelend door bossen en hangend aan takken, eerst bergie op en dan weer bergie af, bereiken we de rand van het gletsjermeer. Hierin drijven mooie sculpturen en met het zonnetje erop geeft dat een mooi beeld.
Op de terugweg komen we plotseling in oog in oog te staan met een vos. Wij blijven doodstil staan, maar de vos is nieuwsgierig en komt uiteindelijk naar ons toe. Op twee meter afstand blijft hij maar om ons heen draaien, totdat wij verder gaan. Hij moet wat vaags geroken hebben, want hij volgt ons op een meter of vijf afstand. Wij genieten daarvan, niet van de steile wand die voor ons ligt, want als je ergens afdaalt, moet je ook weer ergens naar boven. Reintje heeft er niet veel moeite mee en houdt ons goed in de gaten. Wanneer we uit de bossen zijn en met uitzicht een kopje thee drinken, komt het vosje wel heel dichtbij. Regelmatig likt hij zich om de bek en dribbelt om ons heen. Hij moet beslist wat vaags geroken hebben en het gaat zelfs zover dat onze sluwe vos de rugzak probeert te pikken. Alsof het Kasper is steken we de vinger op en zeggen.... ehhh!. Gaaf hoor, voor je neus probeert hij je rugzak te pikken. We hebben niets en hij krijgt ook niets. Zelf zoeken! Het is gemakkelijk de verleiding te weerstaan om hem of haar iets te eten te geven, we hebben gewoon niets. Toch moet er iets van bekendheid zijn met tassen en rugzakken, misschien wel door de grote hoeveelheid toeristen die hier gedropt worden met een toeristenboot. Nou ja, door ons is het vosje in elk geval niet verpest, gewoon zelf z'n hapje zoeken. Tijdens de terugreis naar beneden is hij plotseling weg en wij ....wij hebben een voldaan gevoel. Wat een tocht!

De foto's houden jullie tegoed totdat we weer een internetverbinding hebben.