zondag 19 mei 2013

Het welkom van Brazo Suroeste,

  
  
Wat we aan mooi weer hebben gehad in Brazo Noroeste, hebben we aan slecht weer in Suroeste, meer een koud welkom; in het Spaans hebben ze het dan over: chubascos, precipitationes, aquanieve, granizo, nieve. Alle vormen van water uit de lucht zijn de laatste paar weken ons deel geweest. Voor watertank vullen is het dan wel weer ideaal, maar voor bezigheden buiten de deur zeker niet.

Estero Coloane, (55.06Z/69.49W) wordt ons eerste caleta. Voordat we hierin varen hebben we nog even een mooi uitzicht op de Pacific. Ja , we varen hier aan de zuidwestelijke rand van Zuid-Amerika en de grote oceaan is slechts enkele kilometers verwijderd. Het landschap in Coloane is ook hier weer ruig, met een dikke ijskap op de bergen, waar 4 gletsjers uitstromen. De zon schijnt en met de vele watervallen is het een uitzonderlijke baai. De boot parkeren we achter een klein eilandje, geheel in de luwte en met een uitzicht waar de meesten alleen maar van kunnen dromen.

De eerste twee dagen zijn nog droog. Wij beklimmen de hoofdgletsjer, doorkruisen de bossen eromheen, bezoeken de vele beverdammen en ‘s avonds halen we het centolla net binnen om de onfortuinlijke beestjes van hun poten te ontdoen en ze daarna smakelijk op te peuzelen.

En dan begint het te regenen en de eerste dagen houdt het niet op en wij blijven binnen. Weer een paar molledagen. Zo gauw het op een ochtend begint met een beetje blauwe lucht, benutten we die om de berg achter ons te beklimmen. Het land is nog natter dan nat en laarzen is geen overbodige luxe. Ook deze klimpartij is mooi. Halverwege wordt water meer sneeuw en boven gekomen kijken we naar alle kanten en……de zon schijnt nog steeds. De Pacific in de verte, onder ons de Brazo Suroeste en aan de ander kant ons kommetje. De bergen zijn nu voorzien van witte toppen die schitteren in de zon. Ook de gletsjers sprankelen en weer is het genieten. 

Toch beslist het weer anders en de weergoden verstoppen de zon weer voor een tijdje en de mooie Spaanse uitdrukkingen voor alle vormen van nattigheid staan weer in de weervoorspellingen. Dagen lang gaat dat maar door en dan komt er eindelijk een moment dat het niet meer continu regent. Het signaal voor ons om een fjord verder te varen. 

Dat is dan Estero Fougue / Caleta Bosque, de “laars” (55.04Z/69.34W). Ook hier vinden we een veilige ankerplek. Diezelfde dag kunnen we nog net een wandeling in de bergen maken. Dan ….regen.

Een paar dagen later doen we een uitval met de bijboot naar een kolonie zeeleeuwen. Het weer slaat weer toe en wij breken de uitvlucht af. Een dag later nemen we SantanA mee voor een excursie naar de verderop gelegen gletsjer. Slechts 5 mijl verderop de laars in. We zien de gletsjer nog net, maar de hoeveelheid sneeuw neemt zo toe en ook de wind, dat we de reis afbreken en omdraaien. We gaan terug naar onze veilige ankerplek. Het zicht is slecht en de radar heeft er moeite mee. Snel kijken en dan omlaag duiken achter de ramen. Wind en sneeuw doen zeer aan de ogen. Later is het meeste leed geleden en zijn we weer vastgeknoopt op de veilige ankerplek.

Na weer twee dagen gaan we ervoor. Er is een weerraam om verder te trekken. Zo zeilen we met fraaie vergezichten door de Brazo en komen weer op bekend terrein. We zijn terug in Caleta Olla en begroeten onze vrienden van de Orca.

Hier ontvangen we in twee dagen tijd meer dan een halve meter sneeuw van de weergoden. Schep dat maar even van je boot af. Dit doen we met motblik en dienblad van plastic, want de echte uitrusting voor sneeuwruimen is nog niet voorhanden. Is het al winter geworden, het is toch herfst? Toch is het een dag later stralend weer en kunnen zelfs de jassen even uit! Niet zo lang hoor, want als de bewolking weg is en de sterren zichtbaar zijn, koelt het af en hebben we vorst. Wel.. beter dan al die nattigheid, dat is na twee weken echt wel genoeg. 

Het is zeventien mei, ons rondje Ventisqueros zit erop. We hadden geluk met het weer, op de cruciale momenten scheen de zon en liet de wind het afweten en konden wij genieten. Wat is de natuur hier puur!

zaterdag 18 mei 2013

Foto's

We zijn weer terug in Port Williams en hebben nu weer een internetverbinding. We hebben een selectie gemaakt uit de vele foto's en die laten toevoegen aan de laatste vijf blogverhaaltjes (mei en april).

donderdag 9 mei 2013

Een rivier van ijs…….

 
 
 
 
 
 
 
Het is weer zo'n schitterende dag , als we van Caleta Julia naar Ventisquero Garibaldi varen. Hier zou zich één van de mooiste gletsjers uit deze omgeving bevinden en in de zomer zeer actief. Er zouden af en toe grote brokken af breken, die met veel lawaai in het water vallen. Klinkt spannend……

Na het passeren van de oude morene van de Seno Garibaldi wemelt het plotseling van de aalscholvers, zwarte wenkbrauw albatrossen, stormvogels, pinguïns en zeeleeuwen. Pinguïns jagen op volle snelheid achter vis aan en springen daarom, om snelheid te winnen, uit het water. Dat gaat snel, heel snel en foto's maken is een kunst op zich. Zodra je door de camera kijkt ben je het overzicht kwijt en kijk je met één oog over het toestel, ben je voor die foto zeker te laat. Later worden we gespot door een horde zeeleeuwen. In grote getale keren ze om en zetten de achtervolging in. Wij nemen gas terug en zo zwemt er zeker een vijftigtal achter ons aan. De heren en dames proesten, snuiven en maken een hoop kabaal. Wij beschouwen dit als een hartelijk welkom in Seno Garibaldi. Een fotootje maken is nu eenvoudig, zij zijn vlakbij en blijven tenminste rustig voor de camera zwemmen. Sommige komen extra ver uit het water om er ook goed op te staan. Het zijn echte natuurtalenten. Verderop is het een gebrul van jewelste en ja hoor, daar zijn er nog veel meer. Langs de kant en echt tot hoog op de rotsen zijn ze te vinden. Het is ongelofelijk hoe die beesten op vinnen zo hoog op de rotsen klimmen. Niet een rotsje hoger, maar echt tientallen meters hoog en nog steil ook.

We varen door tot het fjord naar stuurboord afbuigt. Hier ligt onze ankerplek (Isla Pirincho-54.44.04S/69.58.86W) die we eerst goed bekijken. Het is er verraderlijk ondiep achter ons eiland, daarbij is het troebel en zo is de bodem niet zichtbaar. Het eiland beschermt ons wel tegen het uitgaande ijs en dat is beslist noodzakelijk. Het zonnetje schijnt nog steeds volop en we vervolgen onze weg verder het fjord in. Ons vaarwater is echter veranderd in een rivier van ijs en grote ijsschotsen komen ons tegemoet. Naar de voet van Garibaldi is het nog zeker vijf kilometer varen en of we dat gaan halen ??

Opnieuw varen we uiterst voorzichtig door het opeen gepakte ijsveld. In vergelijking met Seno Pia zijn de brokken hier een stuk groter, dit klopt in elk geval met de beschrijving in onze Blauwe Bijbel. Trees stuurt ( ik maak foto's ) en probeert het ergste te ontwijken. Steeds een klapje vooruit en motor weer op stop. Zo duwen we SantanA heel ver het ijs in. Tegen half vier komt de zon al behoorlijk laag te staan en aangezien de rotswanden steil en hoog zijn, wordt het snel al donker. Voor ons een teken om te keren, want wat we zeker niet willen is ankeren en touwen aan land brengen in het donker.
Bij daglicht is dat al moeilijk genoeg en zo schuifelen we terug naar ons eiland. Het anker gaat erin en wel op het zuiden gericht, daar waar de harde winden vandaan komen. Trees trekt de boot naar achter en daarbij laat ik 70 meter ketting gaan. Ik neem het roer over en zij brengt de lijnen aan land.
In eerste instantie komen we te dicht bij de rotsen, het anker ligt eigenlijk niet goed en wat ik ook doe, we blijven te dicht bij de rotsen. Ondertussen is het bijna donker. Dan moet er maar een lange lijn aan stuurboord eruit. We koppelen twee maal honderd meter aan elkaar en beleggen die op een grote gestrande boomstronk. Nu kan ik de boot op de goede plek sjorren en blijven we op een veilige afstand van de rotsen. Deze lijn ligt nu wel dwars op de stroomrichting, maar van achter het eiland komt bijna geen ijs (dacht ik).

De volgende dag kunnen we ons het weer niet beter wensen. Zon en nog eens zon, blauwe hemel en weinig wind. Het is genieten, prachtige vergezichten. We beklimmen ons eilandje en hebben van daar een overweldigend uitzicht op de Garibaldi gletsjer, wat een muur van blauw ijs. Op het eiland staan fraai gevormde boompjes en tezamen met al het andere moois blijf ik fotograferen. Nou ja, gelukkig kan ik er nog wel 500 maken voor m'n kaart vol is, maar volgens Trees heb ik vanavond veel te selecteren.
Later in de middag varen we met de bijboot nog een rondje. De rivier van ijs is wat meer naar rechts geschoven, waardoor we vrij dicht bij de ijsmuur kunnen komen, maar toch niet zo dichtbij als gehoopt. In de verte roept een moeder zeeleeuw naar haar jong en om de aandacht te trekken roep ik terug. Het klinkt als een soort koeiengeloei, maar dan met een hese stem. Ze kijken en komen een poosje bij ons zwemmen. Ondertussen draait de wind en al het ijs wordt in onze richting gestuwd. Met een rubberboot wil je niet in het ijs ingesloten worden en daarom varen we snel terug naar open water.
Doordat de windrichting is veranderd, schuift er toch ook heel wat ijs achter het eiland langs. Op zichzelf geen probleem, ware het niet dat er nu van alles in ons lange touw blijft hangen. Bij laag water blijven de ijsbrokken en brokjes achter de drempel hangen, die tussen het eiland en het vaste land zit, maar bij hoog water drijft alles erover. Het is drie uur in de nacht en het kraakt ergens, het is een ongewoon geluid en ik stap uit bed (brrrr). Het is volle maan, heldere hemel en ik kan zo naar buiten kijken. Natuurlijk….. voor ons touw drijft heel veel ijs...te veel en op de drempel ligt nog veel meer te wachten! Ik maak Trees wakker…..werk aan de winkel. Samen sjorren we ons in de kleding en leggen de bijboot te water. Waarom nou altijd 's nachts, denken we nog. We bevrijden ons touw van de ijzige last, die in het maanlicht goed zichtbaar is. Zo hebben we ook nog plezier in ons wakker uurtje, genieten van de mooie "straatverlichting" en het rustige weer. Het ijs laat zich gelukkig gemakkelijk verwijderen. Wel…we wilden toch ijs hebben, nou we hebben het gekregen.

IJs, ijs en nog eens ijs

 
 
 
 
 
 
 

Het is half april, we liggen nog steeds in Caleta Beaulieu met een ongelofelijk mooi uitzicht op de glinsterende gletsjer. Het is weer mooi weer en we gaan er op uit. De baai ligt bezaaid met ijs en er staat weinig wind. Eindelijk kan Trees de kano in het ijs uitproberen. Ik neem de dinghy en samen banen we ons een weg door het ijsveld. Het is stil en om ons heen hoor je het ijs knisperen. In de buurt zwemt een dolfijn, overal zijn aalscholvers en op de rotsen staat een echtpaar ganzen. We peddelen richting gletsjer, maar die is nog een heel eind weg. Slepen dus en zo trek ik Trees achter me aan tot vlak bij de eerste morene. IJsblokjes worden nu ijsblokken en zelfs ijsschotsen. Met de zon erbij is het heerlijk om hier tussendoor te peddelen. Naar de voet van de gletsjermuur is nu niet ver meer. We kijken wel uit om niet onder de muur van ijs te komen. Het ijs zit niet echt rotsvast en op een onverwachte plons zitten we niet te wachten en zo blijven we wijselijk aan de zijkant. Tijdens eb is het hier ondiep waardoor er grote stukken ijs gestrand zijn. Het zijn leuke modellen en wij hebben er lol mee.

Ondertussen is de Klepper gearriveerd en samen besluiten we een hoge berg te beklimmen. De vorige dag was het nat, maar nu is het weer opgeknapt. Met onze dinghy varen we naar de overkant, wel een mijl en parkeren hem aan de voet van onze opgang. Het is niets anders dan een dal wat niet al te steil is en waar een riviertje naar beneden stroomt. Het eerste stuk is zoals altijd overwoekerd met bomen, struiken en bush met daartussen gras, wat meestal onderwater staat. Het is dan ook een enorme worstelpartij om de eerste paar honderd meter bergopwaarts te komen. Zo erg als hier hebben we het nog niet gehad. Er zijn momenten dat je voeten de grond niet raken, je werpt bij wijze van spreken jezelf over de bush heen. Je klimt op, onder en over takken heen. Regelmatig roepen we naar elkaar "waar ben je?" Nog geen tien meter verder, maar wel uit zicht. Wat een worsteling! Met moeite klimmen we over de beek en komen zodoende in een wat opener landschap; daar wordt het niet slechter van. Wel staat er meer water, maar daar springen we overheen. Ondertussen zijn we de bomengrens voorbij en zo gaat het omhoog. Ons uitzicht wordt steeds mooier en eindelijk wordt het genieten….. en hijgen. Onze beentjes willen niet zo snel meer, maar ook wij komen boven. Ons eerste doel is een gletsjermeer. Prima plek voor de lunch, maar het hoogste punt is nog niet bereikt en zo gaat het verder. Heel moeilijk is het niet, maar zeker niet gemakkelijk. Al puffend bereiken we onze volgende tussenstop. Thee…he he, da's lekker. Het laatste stuk, naar de eeuwige roem ziet er niet zo ver uit. Eerst een stuk over de eeuwige sneeuw, dan wat losse stenen en de beloning is binnen handbereik. Voor Chaschper en Dominique is het allemaal niet zo moeilijk, zij zijn echte berggeitjes en bijna vijfentwintig jaar jonger. Maar de oudjes doen het nog goed. Vele malen zeggen "we gaan niet verder hoor", maar… je wilt toch altijd tot het puntje. Zoals altijd zit het venijn in de staart. Het stuk over de harde sneeuw is zwaar en dat stuk over de losse stenen……ook. Het duurt ff, maar we bereiken de top en wat hebben we weer een geweldig uitzicht. Woorden …altijd te weinig. Aan de ene kant kijken we naar de Darwin gletsjer en hoe het ijs tussen het graniet door naar beneden glijdt. We kijken in het fjord, dat ook nu weer vol ligt met ijs, de eilandjes, de blauwe ijsbergen en aan de andere kant kijken we over de Brazo Noroeste. In de verte ligt Isla Chair, wat een vergezicht, maar wel koud. Het waait hier een stuk harder en de wind komt over al dat ijs en is zo doende flink afgekoeld. Brrr, een paar foto's en dan naar beneden. Naar beneden gaat altijd een stuk sneller en dat is voor mij (Jan) niet zo goed. De knieën , die geven dan problemen. Samen nemen we een andere weg naar beneden en zo komen we heel, maar vermoeid bij het water aan en wel pal achter de boot. Voldaan kijken we terug op ons rondje om en over de berg. Het duurt wel een paar dagen voor onze ledematen weer normaal functioneren, maar dat was het waard.

dinsdag 7 mei 2013

SantanA on the Rocks

 
 
 
 
 
 
 

In de verte zien we de oude gletsjermorene verschijnen van Ventisquero Romanche. Het is een reusachtige drempel waar we met de boot overheen moeten. De kaarten zijn hier niet gps gecorrigeerd en bieden geen hulp en zo varen we met behulp van de Blue Bible ( BB ) naar de ingang. We tellen de goed zichtbare rotsen en verdubbelen in gedachten de afstand, daar moeten we een ingang vinden. De opgegeven gps positie van de BB is correct en zo varen we zonder problemen het fjord in. Het water is melkachtig blauw en daardoor totaal ondoorzichtig. Het blijft altijd weer spannend, maar met 13 meter water onder de kiel, varen we over de drempel en "duiken" weer de diepte in naar 40, 80, 100 en meer meters.

In tegenstelling tot gisteren is het nu een prachtige dag. Blauwe hemel, wat bewolking en heel weinig wind. Dit zijn ideale omstandigheden voor het bezoeken van één van de mooiste plekken van Tierra del Fuego en daar zijn we heel blij mee; het  levert spectaculaire vergezichten op. We varen nu in de Seno Pia en kijken uit op de reusachtige Cordillera Darwin, één grote sneeuw- en gletsjervlakte. Wat een indrukwekkende omgeving en zo mooi. Na twee mijl komen de eerste ijsschotjes ons tegemoet. Het ijs is ver van de gletsjervoet af gedreven en wij moeten snelheid terug nemen.
We banen ons zigzaggend een weg tussen de ontelbare Icy bits door  naar de prehistorische muur van ijs. Voorzichtig manoeuvreren we tot aan de voet, waar de laatste morene ligt. Dit is een richel van gruis en stenen opgeduwd door de ijsmassa en geeft aan waar de ondiepte begint. Ervoor is het nog steeds vijftig meter diep en daar parkeren we SantanA  in het ijsveld.

We kijken, fotograferen en bewonderen. Overal klinkt gekraak, gegrom en gedonder. Dan valt er met veel geweld een stuk van de gletsjer naar beneden. Grote ijswolken stuiven op en vervolgens keert de rust terug, dan opnieuw onweer en gekraak en de hoeveelheid ijsbrokjes neemt weer toe. Het geluid komt altijd een fractie later dan dat het ijs valt, dus het is altijd even zoeken naar de juiste plek. De wereld is hier oer en puur. We zetten de bijboot overboord en ik roei een stukje naar deze muur van ijs. Tussen al dat ijs roeit het voor geen meter, steeds loopt de boot vast op een schots en als ik in de buurt kom van de morene is het dan ook genoeg. Nog wat foto's en dan weer terug tussen de ijsschotsen door … pff, maar wel uniek.
We keren om en koersen terug naar Caleta Beaulieu, onze ankerplek (54.47.8S/69.37.7S) en die is vlakbij . Zij doet haar naam eer aan, het is een bizar mooie plek. Liggend in de beschutting van een dicht beboste heuvel hebben we uitzicht op de oostelijke arm van de Pia gletsjer. De gletsjer is nog behoorlijk actief, want grote brokken ijs vallen met donderend geweld in het water, daar breken ze in stukken en drijven als overbemeten ijsblokjes in een overbemeten cocktail rond onze boot,  "SantanA on the rocks".

Onwerkelijk om hier met je eigen boot te liggen, zo dicht bij al dat ijs. In de schemering doen de roofvogels er nog een schepje bovenop. Op nog geen veertig meter achter de boot vechten zij met hun vieren om hun territorium. Ze krijsen het uit en vliegen achter elkaar tussen de bomen door. Het gaat er hard aan toe en een van hen wordt letterlijk het water in gedreven. Het gaat goed, even later vliegt ze weer verder. Tijdens deze schermutselingen komt er een grote Caracara bij, een ander soort. Deze bemoeit zich niet met het gevecht, maar vist lekkere hapjes uit het kampvuur. Wij…wij kijken toe.

donderdag 2 mei 2013

Spelevaren met de dolfijnen

 
 
 
 
 

Na een week verlaten we Caleta Olla met als volgende bestemming Bahia Romanche. Na enkele dagen van regen en zware bewolking hebben we nu blauwe luchten. Op de Brazo Noroeste staat weinig wind en zo motorren we de 16 mijl. Onderweg proberen we wel een kluivertje, maar het is niks. De wind draait bij elke berg en de kluiver wil niet lang blijven staan…..dan maar zonder.

De omgeving is weer schitterend. Als we langs de voet van de Francia gletsjer varen ontmoeten we ons eerste ijs. Deze gletsjer mondt direct in de Brazo uit en spuugt zo d'r ijsblokjes in open water.
Ons eerste ijs en het knispert aan alle kanten.
In de verte komt de volgende gletsjer naar beneden. Dat moet de Alemania zijn. Deze is veel groter en met het zonlicht erop is dit er een van adembenemende schoonheid. Om de boot heen horen we continu het geloei van de Magelan pinguïns. Hele zwermen witbuikaalscholvers vliegen voorbij. In de verte horen we steeds het gebrul van de Lobo's en regelmatig zwemmen die met ons mee. Het dierenleven hier is al net zo indrukwekkend als de vergezichten.

Bahia Romanche komt in zicht en even later varen we Caleta Morning binnen (54 55.2 S/69 30.0W ). Tachtig meter ketting eruit en twee touwen aan land en we liggen weer. Weer zo'n mooie plek. Naast ons steile rotsen, vol met witte poep van de aalscholvers. Aan de andere kant komt een rivier naar beneden donderen en de vergezichten op de bergen met de witte toppen aan de overkant zijn verbluffend. Het is nog vroeg en volgens zeggen moeten er hier veel dolfijnen wonen.

We zetten eerst de bijboot met de 15 pk motor overboord en vervolgens de kano. Trees neemt de kano en ik tuf met de bijboot. We gaan op expeditie. Wat ze hier een Bahia noemen, noemen we in Europa een fjord, zo groot is het hier. In eerste instantie trekt de Alemania gletsjer alle aandacht; op afstand zo schittert ze ons tegemoet, zo mooi!
In de verte horen we Lobo's, dat is natuurlijk interessant. Ik sprint vast vooruit en vind de familie bij een kleine kloof. Een deel van de familie ligt op de rotsen te brommen en de andere liggen lekker te ronken in de kloof. Je ziet ze haast niet, het is donker daar en zeker een 40 meter van me vandaan, maar als je je neus achterna gaat, dan kun je ze niet missen. Gelukkig heb ik de verrekijker meegenomen. Ondertussen kom ik langzaam aan wat dichterbij en plotseling vliegen er grote gieren uit de kloof weg. Grote vogels met enge rode koppen. Enkele van de zeeleeuwen worden zenuwachtig van mij en duiken het water in.Trees peddelt nog midden op het open water. Ik sprint ff terug om haar te halen en sleep haar mee naar de kloof. Samen kijken we naar het spel van de zeeleeuwen. Het brult wat aan de kant en anderen komen steeds snuivend om je heen boven water. Het is en blijft een prachtig theater. Samen peddelen we verder langs de kust. In de verte staan grote gieren te kijken wat we doen en zo komen we aan het einde van het fjord. Het begint te regen en het wordt ook snel kouder. Het wordt tijd om huiswaarts te gaan.

De volgende dag regent het de hele dag en dus hebben we een "mollendag". Kachel aan en niets doen. Tegen de avond wordt het droog en lopen we een rondje aan dek. Plotseling zien we beweging in het water. Dolfijnen!!
Eerst kijken we wat ze doen. Ze zwemmen langs de boot, onder de boot door, komen proestend boven en kijken naar boven, dat zie je dan vanwege hun witte buik. KOMEN JULLIE NOG?? Ze willen spelen. Het is nog licht, maar de boot ligt nog aan dek en zit vol met regenwater. We twijfelen...gaan we? Het gebeurt niet zo vaak dat dolfijnen je roepen!


Snel trekken we laarzen en regenkleding aan en lanceren de bijboot, die goed zwaar is, niet alleen door de 15pk motor, maar ook nog wat regenwater. Geen tijd voor hozen en ook niet om de hijsband eraf te halen en dus heeft ze veel weerstand in het water. …FF opschieten…. Ik start de motor en het spektakel kan beginnen. Eerst varen we van de SantanA af en ja hoor, daar komen ze. De dolfijnen sprinten voor ons langs en onder ons door. Het zijn er vijf en ze hebben er lol in. Ik geef vol gas en ze sprinten met ons mee. Ze zijn zo dichtbij dat je ze kunt aanraken en gaat het er hard aan toe, staartvinnen slaan op het water en wij worden nat. Wat een spektakel. Het gas gaat eraf en zij houden in en keren om. Vol gas en zij erachter aan om dan op volle snelheid langs bij ons langs te jagen. Het is een gespetter alom. Zo zijn er wel drie die voor ons uit zwemmen en wat een snelheid en wat gaat het er wild aan toe. Dan zijn ze ff weg en keren we om en ja hoor daar zijn ze weer. Zo raggen we een tijdje met ze. Het is een geweldige ervaring om met 25 kilometer per uur over het water te sprinten en dan van alle kanten door deze beesten belaagd te worden. Zij vinden het zo leuk, je ziet ze genieten en wij….wij genieten nog meer. Het is om kippenvel van te krijgen. Waar vind je dit nou?

Chaschper en Dominique van de Klepper staan vol belangstelling onze kapriolen te bekijken. Zij hadden vandaag in de regen een berg beklommen en waren daardoor tot op het bot verkleumd. We halen haar op en zo stapt ze met pantoffels in onze natte boot en beleven we nog een avontuurlijk half uurtje. Wij sprinten van de ene kant naar de andere kant en de dolfijnen gaan in de hoogste versnelling mee. Lekker met de staartvinnen pal voor ons op het water slaan, zodat we nog eens extra nat worden. Ze doen het er gewoon om, maar wat een belevenis. Plotseling is het mooi geweest, de dolfijnen verdwijnen en wij gaan naar huis en laten dit feest nog eens rustig de revue passeren.
Morgen trekken we verder, dan bezoeken we de grote gletsjers.